Filosofie van de Verlichting
Cursus filosofie Deel 4 Periode: De Verlichting Het tijdperk van de Verlichting was een intellectuele en filosofische beweging die zijn oorsprong had in de 17e eeuw en een hoogtepunt bereikte in de 18e eeuw. De mensen achter de Verlichting streefden ernaar om de duisternis te overwinnen die vooruitgang door rationeel denken in de weg stond. De Verlichting wordt gekenmerkt zich door een reeks filosofische, wetenschappelijke en maatschappelijke ideeën die zich concentreerden op de waarde van kennis geleerd door middel van rationalisme en empirisme en politieke idealen zoals het natuurrecht, vrijheid en vooruitgang, religieuze tolerantie en broederschap, grondwettelijk bestuur en de formele scheiding van kerk en staat. Een belangrijk kenmerk van de Verlichting is het beroep op de rede als universele beoordelingsautoriteit, waarmee men zich probeert te bevrijden van traditionele, starre en achterhaalde ideeën en ideologieën tegen de weerstand van traditie en gewoonterecht in. De 36-delige Encyclopédie ou Dictionnaire Raisonné des Sciences, des Arts et des Métiers, gepubliceerd door de encyclopedisten Denis Diderot en D'Alembert, werd beschouwd als een van de belangrijkste werken van de Verlichting. De Verlichting werd gekenmerkt door een toenemend bewustzijn van de relatie tussen de geest en de alledaagse elementen van de wereld en door een nadruk op de wetenschappelijke methode en reductionisme, samen met een toegenomen kritische houding ten opzichte van religieuze orthodoxie - een houding die wordt verwoord in Kants essay Beantwurtung der Frage: Was ist Aufklärung?, waarin de zinsnede sapere aude ('Durf te kennen') te vinden is. Aan bod komen verder o.a. Montesqieu, Adam Smith, Rousseau, Voltaire, Hume, Bentham en Wollstonecraft. |
© 2024 Harmen Schoonekamp | contact |
Citaat van de dag
"Ik probeer het goddelijke dat in mij is, te leiden naar het goddelijke dat in het universum is. "